Wie in de groene sector werkzaam is, weet hoe belangrijk de chemische samenstelling van de bodem is. Maar over de dieren in of vlak boven die bodem is vaak minder bekend. “Dat is jammer, want bodemdieren zijn ontzettend belangrijk voor een gezond evenwicht”, zegt bodemecoloog Gerard Korthals. Elk jaar wordt extra aandacht voor het bodemleven gevraagd gedurende de Bodemdierendagen.
Vorige maand waren voor de tiende keer de Bodemdierendagen: ruim twee weken waarin er extra aandacht voor het bodemleven wordt gevraagd, georganiseerd door het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) samen met Wageningen University & Research (WUR). Gerard Korthals, bodemecoloog aan de WUR en een van de initiatiefnemers van de Bodemdierendagen, vertelt: “Het meeste bodemleven is onzichtbaar, zoals bacteriën, schimmels en aaltjes. Daardoor weten veel mensen niet hoe belangrijk bodemdieren zijn voor een gezond evenwicht. Dus toen de Verenigde Naties 2015 uitriepen tot Jaar van de Bodem, besloten wij bodemecologen om dat aan te grijpen om ons werkveld bekender te maken. We kozen tien zichtbare soorten bodemdieren en ontwikkelden een zoekkaart, waarmee iedereen in zijn eigen omgeving op zoek kan gaan.”
Tien bekende soorten
De zoekkaart gaat over tien veel voorkomende bodemdieren: slak, naaktslak, spin, regenworm, mier, pissebed, kever, duizendpoot, miljoenpoot en mol. Deelnemers wordt gevraagd om gedurende een tijdsblok van een kwartier, een half uur of langer op een bepaalde manier te zoeken. Korthals: “De eerste stap is om gewoon rond te kijken. Zo zie je al diverse dieren, zoals slakken. Als tweede stap ga je op je knieën door de tuin en kijk je onder planten, onder plantenbakken en bij de composthoop. Als derde stap neem je een schepje en kijk je wat er ín de grond zit, zoals wormen.”
Via de bijbehorende website kunnen mensen insturen welke groepen bodemdieren ze hebben gezien, en hoeveel exemplaren per groep. De score leidt ook tot een cijfer voor de tuin. “Op de website geven we tips voor wie zijn tuincijfer wil verhogen, zoals: ruim bladeren in het najaar niet op. Je kunt ze wel van het gazon weghalen, maar gooi ze dan in je border. Zo help je de bodemdieren om te overwinteren. Een voor de hand liggende tip is natuurlijk ook: betegel de tuin zo min mogelijk.” Meedoen biedt voordelen, zegt Korthals. “Afgezien van het feit dat het gewoon leuk is om eens te zien wat er allemaal leeft, is het ook een laagdrempelige en goedkope manier voor particulieren, boeren en hoveniers om te zien hoe het met hun bodem gesteld is. Verander je iets aan je bodembeheer, dan kan je het jaar daarop zien of er ook iets is veranderd aan het bodemleven.”
Nuttige dieren
“Met de Bodemdierendagen vragen we aandacht voor de bodemdieren, omdat zij zo nuttig zijn. De graafactiviteiten van wormen maken de bodem luchtig, waardoor je minder wateroverlast in je tuin hebt. De structuur van de grond kan door wormen zelfs zo goed worden dat spitten overbodig is. Schimmels brengen nutriënten en vocht naar planten en helpen zo de tuin door droge periodes heen. Pissebedden zorgen er dan weer voor dat de schimmels niet gaan overheersen. En slakken hebben misschien de reputatie dat ze schadelijk voor de planten zijn, maar de meeste soorten eten alleen gevallen bladeren. Daarmee helpen ze dus om bladafval te verteren, zodat de bodem niet verstikt raakt. Alle soorten bodemdieren vormen daarbij het voedsel voor een dier hoger in de voedselketen. Met meer bodemdieren komen er vanzelf meer vogels in de tuin. Zoals mensen hun beplanting kiezen om meer vlinders in de tuin te krijgen, kan je ook het bodemleven stimuleren om meer vogels te krijgen.”
Grote verschillen
De bodemdierendagen waren dit jaar van 20 september tot en met 7 oktober, maar ook de rest van het jaar kunnen mensen hun bevindingen insturen via de website. Wat gebeurt er met de resultaten van de inzendingen? Korthals: “Elk jaar maken we de uitkomsten bekend op 5 december: die dag heeft de FAO van de Verenigde Naties uitgeroepen tot jaarlijkse Wereldbodemdag. De ingezonden cijfers vertellen ons als onderzoekers iets over hoe het gaat met de Nederlandse tuinen. De inzendingen zijn echter zo gevarieerd, dat we nog geen wetenschappelijk onderbouwde uitspraken kunnen doen over meerjarige trends in het Nederlandse bodemleven.”
”Wat we wel al zien, is dat er grote verschillen zijn in bodemleven tussen de verschillende tuintypes. Een grotendeels betegelde tuin heeft veel minder bodemleven dan een groene tuin. Een daktuin heeft minder bodemleven dan een tuin op het maaiveld, vanwege de dunne laag substraat. Maar een daktuin heeft wel degelijk bodemleven. Die dieren zijn meegekomen met de beplanting, er zelf op geklommen of meegelift met vogelpootjes. De dunne laag substraat op een groendak kan maar weinig vocht vasthouden, waardoor het bodemleven op een dak meer last heeft van periodes van droogte. Na een natte zomer als dit jaar verwachten we bij de inzendingen meer wormen in daktuinen.”
Cruciaal voor de tuin
Voor particuliere tuineigenaren en groenprofessionals is kennis van het bodemleven van groot belang, benadrukt Korthals. “Het is belangrijk om te beseffen dat er in elke tuin veel bodemdieren leven en dat zij cruciaal zijn voor de tuin in zijn geheel. Hoveniers weten vaak veel over de chemie en de structuur van de bodem. Dat leren ze op hun opleiding, omdat je deze aspecten kunt bijsturen door bijvoorbeeld mest of kalk toe te voegen. Over de dieren die helpen om de bodem gezond te houden, leren ze veel minder. Dat is jammer, want een gezonde bodem is een combinatie van chemie, fysica én biologie.”
Tien tips voor een gezond bodemleven
1. Plaats weinig tegels en kunstgras.
2. Hou de bodem bedekt met planten.
3. Snoei niet in het najaar maar in de lente.
4. Spit niet en schoffel alleen oppervlakkig.
5. Laat bladeren liggen.
6. Creëer beschutte plekken met oude takken of stenen.
7. Creëer diversiteit met verschillende bodemsoorten.
8. Gebruik weinig mest.
9. Kies voor inheemse planten.
10. Gebruik geen bestrijdingsmiddelen.
Tekst: Nolanda Klunder
- Bekijk ook
- bodemdierendagen.nl