Als tuinbaas is Henny van der Wilt verantwoordelijk voor de tuin van kasteel-museum Sypesteyn. “De tuinbaas is niet alleen de beheerder maar ook de expert. Sypesteyn is een parel die ik help beschermen.”
Tekst: Nolanda Klunder
Foto’s: Henny van der Wilt, Nolanda Klunder
Henny van der Wilt is al dertig jaar tuinbaas van kasteel-museum Sypesteyn te Loosdrecht. “Mensen vragen wel eens: ben je na dertig jaar niet uitgekeken op die tuin? Nee. Je raakt nooit uitgekeken op een tuin. Hoe langer je met een tuin leeft, hoe meer je gaat zien.”
Jaarrond werk
Kasteel en tuin van Sypesteyn zijn rijksmonumenten en stammen uit het begin van de twintigste eeuw, toen jonkheer Henri van Sypesteyn een kasteel in middeleeuwse stijl liet bouwen met daaromheen een park. Hij koos daarbij voor het ontwerp van een ‘Oud-Hollandsche tuin’, bestaande uit een slottuin, boomgaard, doolhof, voorplein en parkbos met een lijnenspel van lanen. De tuin is met tien smeedijzeren hekken verdeeld in afzonderlijke afdelingen. Het gebied beslaat in totaal zes hectare: twee hectare bos, twee hectare weiland, twee hectare tuin. Voor het onderhoud wordt Van der Wilt geholpen door vijf vrijwilligers. “Jaarrond is er werk te doen. Ik hoef daarvoor niet meer op de agenda te kijken, ik weet wat er moet gebeuren. We houden de paden schoon, ruimen bladeren, onderhouden de bomen, knippen de hagen, doen nieuwe aanplant, snoeien, houden de hekken en de tuinornamenten schoon, onderhouden het koetshuis met de machines en het gereedschap, alles wat nodig is. Als tuinbaas ben ik niet alleen de beheerder, ik ben ook de deskundige.”
Beslissingen
Bij beslissingen is het ontwerp van jonkheer Sypesteyn leidend, vertelt Van der Wilt. “We hebben zijn archief met zijn tekeningen. Maar binnen het ontwerp kies ik als tuinbaas de invulling. Toen we de rozen moesten vervangen omdat ze aaltjes hadden, hebben we niet dezelfde soort teruggeplant. Nieuwe rozensoorten zijn veel meer resistent en bloeien veel langer. Daarin moet je, vind ik, met je tijd meegaan. Als je de keus hebt, is het toch logisch om je voordeel te doen met de nieuwe soorten die inmiddels ontwikkeld zijn.” Soms is het niet mogelijk om volledig trouw te blijven aan het ontwerp. “Tot drie keer toe deed de varenbeuk het niet goed en moest er een nieuwe komen. Op een gegeven moment moet je vaststellen: blijkbaar is dit niet de juiste plek voor een varenbeuk, die boom moet elders in het park een plek krijgen. Zo neem ik vrijheden als die tot verbeteringen leiden. We hebben de tekeningen nog, dus we kunnen veranderingen altijd weer terugdraaien.”
Stinzenplanten
Van der Wilt begon na de tuinbouwschool bij een hoveniersbedrijf, maar kwam al snel bij Sypesteyn. “Ik begon hier toen mijn voorgangster al een jaar weg was: een jaar lang was de tuin niet onderhouden, de paden waren overwoekerd, het onkruid stond tussen de rozen in de rozentuin… Ik ben meteen in het diepe gegooid. Samen met de vrijwilligers heb ik de tuin weer op orde gekregen. Eerst de paden hersteld, daarna de rest.” Een van de ingrepen van Van der Wilt was het planten van stinzenplanten. “Tijdens mijn vele fietstochten vroeg ik aan de eigenaars van buitenplaatsen langs de Vecht om stinzenplanten. Altijd met succes. Zo heb ik ze geïntroduceerd. Sypesteyn is nu beroemd om zijn stinzenplanten.”
Niet alles aangeharkt
Van der Wilt heeft een voorkeur voor natuurlijk tuinieren. “Van mij hoeft niet alles aangeharkt te zijn. De paden, hekken en ornamenten moeten netjes zijn, maar daaromheen mag de natuur meer ruimte nemen. Dat heeft effect: hier komen vossen, herten, marters, hermelijnen, ringslangen en hazen. Er is een dassenburcht, zodat er een stuk of vijf dassen rondlopen. We zien hier bosuilen, ransuilen, kerkuilen, een raaf, ijsvogels en watervleermuizen. Bij de verplichte tweejaarlijkse boomveiligheidscontrole werd aangeraden om de twee rijen tamme kastanjes te verwijderen. Maar die zijn 120 jaar oud! Dat zijn niet alleen bomen, dat zijn complete biotopen. Vleermuizen, uilen en een specht hebben daarin hun huis. Die gaan we natuurlijk niet weghalen. We passen er goed op: al het dode hout boven de paden halen we weg om het risico te beperken. Dat bedoel ik met natuurlijk tuinieren: oude bomen laten staan voor de spechten en vleermuizen, een omgevallen kluit laten liggen zodat ijsvogels erin kunnen nesten, dat kan hier in Sypesteyn.”
Vrijheid
“Als tuinbaas heb ik veel vrijheid: de vrijheid om mijn werkzaamheden af te wisselen, de vrijheid om de dingen te doen wanneer ik zie dat ze moeten gebeuren. Je moet de heggen snoeien als het daar tijd voor is. Niet te vroeg, want dan moet je het nog twee keer doen. Je moet schoffelen als het al een tijdje droog is en de hekken schoonmaken als het geregend heeft zodat ze zijn voorgeweekt. Precies weten wanneer je wat moet doen, dat kan je pas als je langer op één plek werkt. Na een paar jaar begin je de tuin een beetje te leren kennen.” Een tuinbaas onderhoudt niet alleen, maar beschermt ook, benadrukt Van der Wilt. “Sypesteyn is een pareltje in de Gooi en Vechtstreek. Een klein gebied, ingeklemd tussen steeds meer huizen. Zo’n parel moet je beschermen. Er was een keer een bestuurslid dat de directeur van een keten vakantieparken had uitgenodigd om te kijken of er vakantiehuizen op het terrein konden komen. Ik heb me voor de auto van die directeur geworpen en verteld over de dassen. In de omgeving van een dassenburcht mag niet gebouwd worden. De dassen hebben toen de tuin gered.”
Schoonheid
“Ik voel me één met de tuin en voel me zeer bevoorrecht dat ik dit zolang heb kunnen en mogen doen”, zegt Van der Wilt. “Ik hoop dat er na mij iemand komt die net zoveel van de tuin houdt en er net zo veel tijd en liefde in gaat stoppen. Het vak van tuinbaas moet bij je passen, je moet het leuk vinden om op één vaste plek te werken en interesse hebben in de historie van een tuin. Als bezoekers zeggen: wat is het hier mooi, dan hebben we het goed gedaan. Een historische tuin is een plaats van schoonheid. Laten we zuinig zijn op ons erfgoed, voor onszelf en voor wie er na ons komt.”
NCE-opleiding Hovenier Historisch Groen
In juni 2025 start bij het Nationaal Centrum Erfgoedopleidingen (NCE) de opleiding Hovenier Historisch Groen. Tijdens dertig lesdagen (verspreid over vier jaar) bezoeken de studenten dertig historische locaties, waaronder Sypesteyn. Henny van der Wilt zal tijdens die dag les geven over stinzenplanten.
Kijk op de website voor informatie & inschrijven: www.erfgoedopleidingen.nl.